Op 1 januari 1942 woonden er 364 Joden in Tilburg, waaronder 170 vluchtelingen. In de vroege jaren van de Tweede Wereldoorlog werden Joden in Tilburg steeds meer gediscrimineerd en gemarginaliseerd. Ze mochten niet meer werken bij de Luchtbeschermingsdienst, werden ontslagen uit overheidsbanen, en kregen diverse beperkingen opgelegd, zoals het dragen van een Jodenster. In mei 1942 begon de deportatie van Joden. De eerste groep werd naar Westerbork gebracht en van daaruit naar vernietigingskampen. Van de 164 Joden die zich onderdoken, overleefden 124. De meeste overlevenden waren vluchtelingen, terwijl het overlevingspercentage onder Nederlandse Joden lager lag. Tussen 1942 en 1943 werden vele Joden uit Tilburg gedeporteerd en omgebracht in concentratie- en vernietigingskampen.